Foto A (80 lestijden)
De cursist leert in deze module de basis van de fotografie en de fotografische technieken.
Na deze module kan de cursist:
– een fototoestel kiezen en bedienen.
– de juiste belichting toepassen.
– omgaan met scherptediepte.
– een goede compositie maken.
De nadruk ligt op digitale fotografie, uit didactische overwegingen komt ook de analoge fotografie (donkere kamer) aan bod.
Opname- en beeldanalyse
– Individuele foto-opdrachten
– Bespreken en analyseren van de gemaakte foto’s in groep
– Basis compositieleer
– Basis beeldinhoud en visie
– Eerste kennismaking met het werk van gekende fotografen
Werken met een spiegelreflexcamera
– de specificaties van fototoestellen vergelijken.
– met lichtmeter werken.
– met accessoires werken.
– basis belichtingstechnieken toepassen.
– licht meten.
– de relatie tussen sluiter en diafragma doelgericht toepassen.
– afhankelijk van de situatie of het onderwerp op de juiste manier scherp stellen.
– de scherptediepte controleren.
– diverse camerastandpunten toepassen.
Materialisatie van de foto’s
– Via labo-ontwikkeling of eigen printer
Werken met digitale bestanden
– Werken met programma’s zoals de Windows Viewer van Microsoft
Foto B (80 lestijden)
In deze module leert de cursist omgaan met licht. Licht kan aanwezig zijn, maar vaak dient het onderwerp uitgelicht te worden. En licht moet gemeten worden.
Na deze module kan de cursist:
– werken met extra lichtbronnen.
– het licht nauwkeurig uitmeten en corrigeren.
– technieken creatief toepassen in functie van het onderwerp.
De nadruk ligt op digitale fotografie, uit didactische overwegingen komt ook de analoge fotografie (donkere kamer) aan bod.
Opname- en beeldanalyse
– foto-opdrachten
– een keuze van beelden uit een selectie foto’s argumenteren.
– Bespreken en analyseren van de gemaakte foto’s
– Zwartwitfotografie versus kleurenfotografie
– Verder uitdiepen compositieleer, beeldinhoud en visie
– Camerastandpunten
– Soorten licht – Voorstelling van gekende fotografen
Werken met een spiegelreflexcamera
– de meest geschikte objectieven (lenzen) gebruiken.
– met verlichtingsapparatuur werken.
– met losse lichtmeter werken.
– met accessoires werken.
– belichtings- en verlichtings- technieken toepassen.
– lezen van het histogram
– camera- en opnametechnieken in functie van het onderwerp toepassen.
– de relatie tussen sluiter en diafragma doelgericht toepassen.
– lichtmeetprogramma’s in functie van het onderwerp of de lichtsituatie kiezen.
– bij gemengd licht fotograferen.
– een bepaalde sluitertijd functioneel en creatief gebruiken.
Technologie van de kleurfotografie
– Kleurenmengingsystemen
– Basisprocédés van de kleurenfotografie
– Soorten lichtbronnen en hun kleurtemperatuur
– Soorten beelddragers
– Soorten filters
– Kleurverzadiging en contrast
Materialisatie van de foto’s
– Via labo-ontwikkeling of eigen printer
Werken met digitale bestanden
– Werken met programma’s zoals de Windows Viewer van Microsoft
Verwerking A – Digitaal (80 lestijden)
De cursist leert in deze module dat de opname maken één facet is van het fotografische gebeuren; de verwerking van de beelden een ander, vrij complex proces.
Na deze module kan de cursist:
– beelden catalogeren en ordenen.
– een beeldverwerkingsprocédé gebruiken.
– verschillende beeldformaten gebruiken.
– het afdrukproces toepassen.
Beeldanalyse
– Bespreken en analyseren van de gemaakte foto’s
Technologie van de digitale spiegelreflexcamera
– Herhaling basiskennis van de digitale camera
– Verschillende camera-instellingen: kleurruimte, kleurtemperatuur, beeldgrootte, bestandsformaat
– Analyse van het histogram
Werken met Photoshop
– Photoshopvoorkeuren en kleurinstellingen
– Navigeren in photoshop:
* Manieren om bestanden te openen en op te slaan
* Overzicht van de interface: menubalk, paletten en optiebalk, gereedschappenpalet
* Afbeeldingsvenster
* Verschillende vensters tegelijkertijd openen en bekijken
* Scherm-modi
* Grootte van het beeldvenster wijzigen via het navigatorpalet, het zoomgereedschap en sneltoetsen
* Scrollen met het handgereedschap en sneltoetsen
* Organiseren van de werkruimte
– Beeldgrootte, bestandsgrootte en resolutie:
* Termen pixels, resolutie, pixelformaat, fysiek formaat
* Afbeeldingsgrootte
* Canvasgrootte
– Beelduitsnit: uitsnijgereedschap: vrije uitsnit en uitsnit met specifieke verhoudingen
– Meest gebruikte bestandsformaten: tiff, jpg, psd, eps
– Verschil tussen diverse kleurruimtes, RGB, grijswaarden, CMYK
– Gereedschappen voor contrast-, helderheid- en kleurcorrecties
* Meetgereedschappen
* Correcties van contrast en densiteit met aanpassingslagen
* Niveaus
* Curven
* Kleurtoon/verzadiging
* zwart/wit
– Inleiding tot het werken met maskers
– Overzicht van de workflow van een digitaal beeld
Materialisatie van de foto’s
– Via labo-ontwikkeling of digitaal printen van de foto’s
Verwerking B – Digitaal gevorderden (80 lestijden)
In deze module leert de cursist dat verwerking van de beelden verder gaat dan het corrigeren ervan. Ook creatief kan er ingegrepen worden en kunnen beelden gemanipuleerd worden.
Na deze module kan de cursist:
– beelden omzetten naar andere kleurenmodi.
– correcties en aanpassingen uitvoeren.
– beelden degelijk afdrukken.
Beeldanalyse
– Individuele foto-opdrachten
– Bespreken en analyseren van de gemaakte foto’s
Werken met Photoshop
– Correcties in geïsoleerde partijen:
* Selectiegereedschappen
* Kanalen en maskers
* Overvloeimodi
* Retoucheren
* Handelingen
* Werken met HDR
* Photomerge
* RAW bestanden corrigeren
– Omzetten van kleur naar zwart-wit:
* Grijswaarden
* Desaturatie
* Kleurtoon/verzadiging
* Lab
* kanaalmixer
– Opscherpen
– Doorlopen van de digitale worklflow:
* Digitale opname en scans
* Ontwikkelen van raw-bestanden
* Maken van een master-bestand
* Maken van een specifiek output-bestand
Materialisatie van de foto’s
– Digitaal printen van de foto’s
– Printersoftware
– Printerprofielen
Fotoanalyse (80 lestijden)
Deze module brengt de cursist in aanraking met het kader waarbinnen hij zal werken. Kunstgeschiedenis, en in het bijzonder de fotogeschiedenis worden hier aangereikt. Hij leert een beeldtaal analyseren en kritisch evalueren.
Na deze module kan de cursist:
– beelden analyseren.
– foto’s herkennen en binnen een stroming situeren.
– beelden kritisch evalueren en selecteren.
Opname- en beeldanalyse
– Individuele foto-opdrachten
– Bespreken en analyseren van de gemaakte foto’s
Ontstaan en ontwikkeling van de fotografie
– Oude meesters
– Hedendaagse meesters
– Actuele fotografie en tendensen
– Verschillende genres
– Fotografische stijlen
– Het waarheidsgehalte van beelden
– Voorstelling van gekende foto’s en fotografen
Compositie
– Basisprincipes en -regels
– De gulden snede
– Diepte
– Perspectief
– Contrasten
– Symmetrie en asymmetrie
– Structuur
– Vorm
– Ritme en beweging
Thema Ruimte (80 lestijden)
In deze module exploreert de cursist de verschillende facetten van een ruimte: ligging, belichting en opbouw.
Na deze module kan de cursist:
– zijn werkterrein fotografisch exploreren.
– een ruimte creatief benaderen.
– een ruimte optimaal in beeld brengen.
Opname- en beeldanalyse
– Gerichte architectuuropnames op locatie
– Gerichte interieuropnames op locatie
– Individuele architectuur- en interieuropnames
– Bespreken en analyseren van de gemaakte foto’s
– Kritisch selecteren van goede opnames uit de eigen opnames
– Uitdiepen van een individuele visie
– Voorstelling van architectuur- en interieurfotografen
Architectuurfotografie en Interieurfotografie
– Ontstaan en geschiedenis
– Diverse soorten en functies van architectuurfoto’s en interieurfoto’s
– Binnenhuisarchitectuur, tuinarchitectuur, open ruimtes, openbare ruimtes, woonarchitectuur, stedelijke landschappen
-Technische aspecten: camera, objectief
– Verlichting, uitlichting en lichtmeettechnieken
– Camerastandpunten en opnametechnieken
– Werken met een technische camera: verstelmogelijkheden, opheffen van vertekeningen
Verwerking en materialisatie van de foto’s
– Digitale opnames via labo-ontwikkeling of de printer van de eigen foto’s
– Analoge opnames via de doka of labo-ontwikkeling van de eigen foto’s
Thema Actie (80 lestijden)
Fotografie gaat per definitie om met stilstaande beelden. In deze module leert de cursist hoe hij beweging moet vatten en een tijdsverloop kan reduceren naar foto’s.
Na deze module kan de cursist:
– creatief en doelbewust omgaan met de sluitertijden.
– een verhaal vertellen door middel van beelden.
– inspelen op snel wisselende situaties.
Opname- en beeldanalyse
– Individuele fotoreportage
– Gerichte reportage-opdrachten
– Bespreken en analyseren van de gemaakte foto’s
– Kritisch selecteren van de eigen opnames tot een reeks
– Verder uitdiepen van de individuele visie
– Voorstelling van reportagefotografen
De reportage
– Ontstaan en geschiedenis
– Reportagegenres
– Voorwaarden om perskaart te krijgen
– Reeksvorming naar techniek en inhoud
Verwerking en materialisatie van de foto’s
– Digitale opnames via labo-ontwikkeling of de printer van de eigen foto’s
– Analoge opnames via de doka of labo-ontwikkeling van de eigen foto’s
Thema materie (80 lestijden)
De cursist leert in deze module hoe hij texturen en materies kan benadrukken in het subtiele spel van licht en verlichting.
Na deze module kan de cursist:
– zijn werkplek optimaal organiseren in functie van het vooropgestelde resultaat.
– verlichting en belichting creatief beheersen.
– de compositieregels correct én creatief toepassen.
Opname- en beeldanalyse
– Gerichte opdrachten
– Studio-opdrachten en locatie-opdrachten
– Bespreken en analyseren van de gemaakte foto’s
– Kritisch selecteren van goede opname uit de eigen opnames
– Verder uitdiepen van de individuele visie
– Voorstelling van object- en materiefotografen
Object en materie – Ontstaan en geschiedenis
– Diverse soorten, genres, types en functies
– Studio versus locatie
– Digitaal versus analoog
– Natuurlijk licht versus studioverlichting
– Kleurtemperatuur
– Technische aspecten zoals camera en objectief
– Opnametechnieken
– Camerastandpunten
– Gebruik van de licht- en flitsmeter
– Verlichtingstechnieken
– Soorten verlichting
Verwerking en materialisatie van de foto’s
– Digitale opnames via labo-ontwikkeling of de printer van de eigen foto’s
– Analoge opnames via de doka of labo-ontwikkeling van de eigen foto’s
Thema Mens (80 lestijden)
In de fotografie is de mens het meest gekozen onderwerp. Portretfotografie, lichaamsstudies of reportages; in al deze vormen van fotografie staat de mens, het menselijk handelen of het menselijke lichaam centraal. In deze module leert de cursist omgaan met de mens als onderwerp.
Na deze module kan de cursist:
– een persoon benaderen in functie van een opdracht.
– de omgeving en het licht creatief gebruiken in functie van het vooropgestelde resultaat.
Opname- en beeldanalyse
– Gerichte portret-opdrachten
– Studio-opdrachten en locatie-opdrachten
– Bespreken en analyseren van de gemaakte foto’s
– Kritisch selecteren van goede opname uit de eigen opnames
– Verder uitdiepen van de individuele visie
– Voorstelling van portretfotografen
Thema mens
– portret
– Ontstaan en geschiedenis
– Diverse soorten, genres, types en functies
– Studio versus locatie
– Digitaal versus analoog
– Natuurlijk licht versus studioverlichting
– Technische aspecten zoals camera en objectief
– Opnametechnieken
– Camerastandpunten
– Gebruik van de licht- en flitsmeter
– Verlichtingstechnieken
– Soorten verlichting
– Deontologie en wetgeving op de privacy
Verwerking en materialisatie van de foto’s
– Digitale opnames via labo-ontwikkeling of de printer van de eigen foto’s
– Analoge opnames via de doka of labo-ontwikkeling van de eigen foto’s
Portfolio vrij thema (80 lestijden)
In deze module leert de cursist hoe hij alle opgedane kennis kan toepassen in een eigen project, en hoe deze optimaal te presenteren naar een publiek.
Na deze module kan de cursist:
– zelfstandig een thema uitwerken.
– technische en creatieve oplossingen bedenken.
– zijn werk optimaal selecteren en presenteren.