Taalcursus Noors

Modules

Richtgraad 1

1ste jaar Noors (Breakthrough (A1) – Mondeling & Schriftelijk)

Mondeling

Dit is het basisniveau van de opleiding Noors en hiervoor heb je geen voorkennis nodig. We leren de specifieke klanken van medeklinkers en klinkers. We oefenen op eenvoudige dialogen, jezelf voorstellen, vertellen over je familie, je werk, een telefoongesprekje voeren, de weg uitleggen, over je vrije tijd praten, winkelen, inlichtingen vragen bij de dokter of de tandarts, over je vakantie praten, eten of drinken bestellen op restaurant, etc.

Elke les focust op de vier vaardigheden: spreken, schrijven, luisteren en lezen. Het doel is een kort gesprek voeren en eenvoudige conversaties begrijpen.

Schriftelijk

We starten vanaf nul en leren het Noorse alfabet. We bekijken de speciale verbuigingen van de adjectieven en de substantieven, de tijden van de werkwoorden, alsook het speciale gebruik van lidwoorden. We vinden de overeenkomsten en de verschillen met Nederlandse grammatica. Ook proberen we hier en daar de woordenschat en de oorsprong van woorden te linken aan o.a. het Nederlands.

Je leert voor jezelf om eenvoudige notities te maken, een boodschappenlijstje te maken of een email te schrijven om informatie te verkrijgen van een vriend.

Je leert schriftelijk basisinformatie te geven en te vragen over eenvoudige onderwerpen en je leert een formulier met persoonlijke informatie in te vullen.

Richtgraad 1

2de jaar Noors (Waystage (A2) – Mondeling & Schriftelijk)

Mondeling

In het tweede jaar bereiken we een hoger niveau op alle vlakken, ons baserend op de kennis van het eerste jaar.

Om vlottere gesprekken te kunnen voeren, hebben we meer aandacht voor de tijden van de werkwoorden, de zinsbouw, de combinaties van bezittelijke voornaamwoorden, adjectieven en substantieven in zowel bepaalde als onbepaalde vorm, etc.

Uiteraard groeit onze woordenschat. We hebben ook oog voor de korte tussenwerpsels en korte dagdagelijkse uitdrukkingen die Noren gebruiken.

We beperken ons tot alledaagse maar zeer gevarieerde situaties die men in de omgang met familie, vrienden maar ook collega’s tegenkomt.

In dit jaar verlaten we zo goed als mogelijk het vertalend denken. We pogen te denken in het Noors. Het volgen van een volledig gesprek gaat steeds vlotter. Je leert informatie te vragen, maar ook te geven en je kunt een klacht formuleren. We leren de courante uitdrukkingen die je kan gebruiken in alledaagse situaties, bv. een afspraak maken, aankopen doen en kleren beschrijven, op consultatie gaan bij de dokter, met de trein of het vliegtuig reizen, over je werk en vrije tijd praten, enz.

Schriftelijk

Ook andere vaardigheden worden uitgebreid: je kan eenvoudige brieven en mededelingen schrijven; de belangrijkste zaken van een (telefoon-)gesprek begrijpen, korte teksten en eenvoudige krantenartikels lezen, informatie zoeken in advertenties en dienstregelingen.

Langere en complexere zinnen worden toegankelijker. Je kan beschrijvende teksten opstellen.

Je kunt voor jezelf eerst aantekeningen maken die je nadien verwerkt in een uitgebreidere narratieve of informatieve tekst.

Geïnteresseerd?

Bekijk het uurrooster